Beste vrienden, Vorig jaar werd ik zoals de meesten van jullie weten tweemaal door het AROC-bestuur afgevaardigd om deel te nemen aan een congres te Parijs, op uitnodiging van Renault met de bedoeling de samenwerking tussen Renault en de oldtimerclubs op termijn te verbeteren. Ik reisde er naartoe met de snelle Thalystrein. Toen ik de laatste keer tickets bestelde nam ik op de website van Thalys deel aan een enquête en ik werd hiervoor beloond met 2 gratis tickets in 1ste klas voor een bestemming naar keuze. Ik koos na overleg met mijn vrouwtje terug voor Parijs en bestelde 2 tickets bij voor mijn zoon en mijn moeder. Met ons vieren vertrokken we voor een 3-tal dagen naar Parijs, spijtig genoeg net in de koudegolf… Ditmaal bezocht ik Parijs dus in de privésfeer, maar natuurlijk kon ik het niet laten om Pub Renault op de Champs-Elysées nogmaals binnen te stappen om wat Renault-DNA op te snuiven. Deze keer stond ondermeer de 40ste verjaardag van de R5 in de kijker en ook het feit dat Renault de 1ste constructeur was die een kleine populaire wagen transformeerde in een rallye-beest door er turbotechniek in toe te passen. Er stond dan ook een prachtige door Renault Classic gerestaureerde R5 Turbo te pronken die destijds bestuurd werd door de befaamde Jean Ragnotti en zijn co-piloot Pierre Thimonier. Met Jean Ragnotti had ik in april 2011 de eer om hem persoonlijk te ontmoeten en met hem op de foto te mogen. De kleine maar o zo dappere R5 Turbo reed gedurende 30 jaar (van 1980 tot 2010) in competitie en speelde zeker geen figurantenrol in de rallye-wereld. Hij behaalde tal van overwinningen in zijn categorie. Renault verhief kort voor het succes van de R5 Turbo de turbotechniek tot een legende door in 1979 de Grote Prijs van Frankrijk te winnen met de RS10 Formule 1-bolide, bestuurd door de al even legendarische Jean-Pierre Jabouille. Met deze meesterlijke piloot achter het stuur behaalde Renault met de RS10 voorzien van het nummer 15 op 1 juli 1979 zijn 1ste overwinning in de Formule 1 met een racewagen voorzien van een turbomotor. Deze bolide werd eveneens gerestaureerd door Renault Classic. Verder stond nog een Formule Renault 3.5 uit het seizoen 2011 opgesteld en als kers op de taart natuurlijk ook de door een Renault-motor aangedreven Red Bull RB7 Formule 1 waarmee Sebastian Vettel in het seizoen 2011 weer Wereldkampioen werd en Red Bull ook de titel bij de constructeurs wegkaapte. In het legermuseum kwam ik nog wat militair erfgoed van Renault tegen. Er stond in de galerij rond de middenplaats een tank uit Wereldoorlog 1 opgesteld, een FT17. Eenzelfde tank staat opgesteld naast het originele atelier van Louis Renault op de oude fabrieksterreinen. Je kan een foto van dit atelier en de naastgelegen tank zien in mijn fotoreportage van april 2011. In een zaal van het museum stond een lichte Renault 31R UE pantserwagen. Deze werd aangedreven door een 2.120cc grote type 343 motor. Dit is hetzelfde type motor dat in mijn Vivaquatre zit. Bij een bezoek aan Parijs mocht natuurlijk een vleugje cultuur niet ontbreken en we bezochten o.a. het wereldberoemde kerkhof Père Lachaise waar tal van grote beroemdheden begraven liggen zoals Edith Piaf, Yves Montand, Gilbert Bécaud en Jim Morrison. Aan de hoofdingang van deze imposante begraafplaats waar niet minder dan 3.000.000!!! mensen begraven liggen was een plattegrond te verkrijgen met hierop de ligging van de meest belangrijke graven. In de lijst vond ik een naam van iemand die in de autogeschiedenis ook een zeer grote rol gespeeld heeft. Niemand minder dan Ettore Bugatti zou hier begraven liggen. Er waren echter 2 graven met de naam Bugatti erop vermeld. 1 Graf had een vrij normale zerk met gewoon de naam Bugatti erop en een andere was voorzien van een mooie sculptuur. Thuisgekomen wou ik hier het fijne van weten en surft wat op het internet. Ik ontdekte een grote misvatting. De lijst van Père Lachaise strookt niet helemaal met de waarheid. Ettore Bugatti ligt niet op deze plaats begraven, maar wel op het kerkhof van Dorlisheim in de Elzas. Dorlisheim ligt niet ver van Molsheim, waar de Bugatti-fabriek stond. Het graf met gewoon de naam Bugatti erop zou toebehoren aan een andere familie met dezelfde naam maar die totaal niets te maken heeft met de autoconstructeur. Het graf met de sculptuur erop is echter wél van iemand die een rechtstreekse link heeft met Ettore Bugatti. Het gaat over niemand minder dan Rembrandt Bugatti, de jongere broer van Ettore. Rembrandt was een talentvolle beeldhouwer die prachtige beelden maakte en die rond de jaren 1910 notabene studeerde aan onze eigen Kunstacademie van Antwerpen. Wat velen niet weten is dat Rembrandt Bugatti voor de Zoo van Antwerpen vele beelden van dieren maakten. Deze beelden staan nu nog steeds her en der opgesteld in onze Zoo. Eén van zijn bekendste beelden is dat van een zittende olifant. Ettore Bugatti gebruikte dit beeldje enkele jaren later als radiatorornament voor op zijn vlaggenschip, de legendarische Bugatti “Royale” . Zo, nu jullie weeral wat slimmer gemaakt te hebben sluit ik af… Werner |